5 vragen en antwoorden over de verplichte bijlage huur en huurlasten
Wie huurt en die kost in zijn belastingaangifte wil inbrengen, moet dat vanaf dit jaar rapporteren via het formulier 270 MLH. Maar er bestaan nog heel wat onduidelijkheden over het hoe en wat. Hieronder vijf veelgestelde vragen en antwoorden over de nieuwe rapporteringsplicht voor huurders.
Wie moet de nieuwe bijlage 270 MLH indienen?
De huurder van een onroerend goed of de houder van een recht van opstal, van een recht van erfpacht of een ander zakelijk gebruiksrecht op een onroerend goed. Het kan gaan om een rechtspersoon die een aangifte in de inkomstenbelasting indient of een natuurlijke persoon die de huurvergoedingen in aftrek brengt van zijn beroepskosten. Vennootschappen en andere rechtspersonen moeten de bijlage altijd invullen.
De belastingplichtige moet de bijlage 270 MLH bijvoegen bij zijn aangifte in de personenbelasting, de vennootschapsbelasting, de belasting van niet-inwoners (natuurlijke personen of vennootschappen/verenigingen) en de rechtspersonenbelasting. Het formulier moet per onroerend goed opgemaakt worden (let wel: in Biztax kan maar één formulier ingevuld worden, daar moeten dus er meerdere lijnen moeten worden toegevoegd voor elk bijkomend onroerend goed).
Gezamenlijk belaste echtgenoten of wettelijk samenwonenden die beiden huurvergoedingen willen aftrekken moeten ook elk een formulier invullen.
Welke inlichtingen moet de bijlage bevatten?
Bijlage 270 MLH moeten de volgende gegevens bevatten:
- de identificatiegegevens van de verhuurder(s) of diegene(n) die een zakelijk recht verleent, ook per onroerend goed;
- het volledige adres van het onroerend goed;
- het bedrag van de vergoedingen als huur of voor een zakelijk gebruiksrecht, die in het betrokken belastbare tijdperk zijn betaald of toegekend, per onroerend goed;
- het deel van de vergoedingen die als werkelijke beroepskosten zijn ingebracht.
Wat met verhuur van kantoor aan eigen vennootschap?
Ook in die situatie moet het formulier 270 MLH ingediend worden.
Wat met gemeubelde verhuur?
De vergoedingen voor roerende goederen (zoals meubels) moeten volgens de fiscus niet worden vermeld. Wat er moet gebeuren wanneer er één prijs wordt betaald voor zowel het roerend als het onroerend deel, blijft onduidelijk.
Wat te doen tijdens de periode van het vruchtgebruik?
Enkel wie vergoedingen geheel of gedeeltelijk in aftrek brengt, moet dat rapporteren in formulier 270 MLH. Toch als het gaat over huurders die natuurlijke personen zijn. Voor rechtspersonen wordt beroepsgebruik altijd vermoed en geldt de verplichting dus altijd. Wat de vergoedingen betreft, wordt op het formulier zelf uitdrukkelijk gesteld dat “afschrijvingen” niet opgenomen mogen worden.
Wanneer een belastingplichtige niets heeft betaald tijdens het belastbaar tijdperk met betrekking tot het vruchtgebruik of wanneer er geen vergoedingen als werkelijke beroepskosten in aftrek zijn genomen, moet enkel een bijlage worden ingediend zonder vermelding van bedragen in de rubrieken “zijn betaald of toegekend” en “als (werkelijke) beroepskosten zijn ingebracht”.