Betalingsachterstand: 60 dagen of 30 dagen?
De wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties werd in de loop van 2021 gewijzigd. De nieuwe regels traden in werking op 1 februari 2022. Wat moet u zeker weten?
Wat zijn de hoofdregels inzake betalingsachterstand?
De wet van 2 augustus 2002 geldt enkel in het kader van handelstransacties. Dat zijn transacties tussen ondernemingen, of tussen ondernemingen en overheidsinstanties, die leiden tot een levering van goederen, een verrichting van diensten of het ontwerpen en uitvoeren van openbare werken en bouw- en civieltechnische werken, tegen vergoeding.
Als er geen betalingstermijn of datum in het contract werd opgenomen, dan lag de betalingstermijn tot voor kort vast op 30 kalenderdagen. Dat blijft ook zo.
De termijn van 30 dagen vangt in principe aan op de dag dat de schuldenaar de factuur of een verzoek tot betaling ontvangt. Als die datum niet kan vastgesteld worden, dan moet er gekeken worden naar de datum waarop de goederen of diensten ontvangen werden. Ook als de schuldenaar de factuur eerder ontvangt dan de goederen of diensten, begint de termijn maar te lopen bij de ontvangst van de goederen of diensten.
Maar de partijen kunnen ook een betalingstermijn overeenkomen. Onder de oude wet konden de contracterende partijen die termijn vrij bepalen, zonder dat die meer mocht bedragen dan 90 dagen. Alleen als de schuldeiser een kmo was, en de schuldenaar dat niet was, mocht de betalingstermijn niet langer zijn dan 60 dagen.
Het was echter een courante praktijk dat de schuldenaar in dergelijke situaties de betaaltermijn van 60 dagen maar liet aanvangen nadat hij de goederen uitdrukkelijk had aanvaard. Op die manier kon de schuldenaar in de praktijk toch een betalingstermijn van 90 dagen afdwingen.
Dat achterpoortje wordt door de nieuwe wet gesloten. De maximale betalingstermijn is nu 60 dagen, ongeacht of er kmo’s bij de deal betrokken zijn, of niet.
Bedingen die voorzien in een langere betalingstermijn dan 60 dagen, worden als ongeschreven beschouwd, zodat de termijn dan op 30 dagen komt te liggen!
Als de schuldenaar de goederen vanaf nu wil testen op conformiteit, dan maakt de termijn die hij daarvoor willen voorbehouden, deel uit van de 60 dagen-termijn.
Verder moet de schuldenaar, uiterlijk op het tijdstip van ontvangst van de goederen of verrichting van de diensten, aan de schuldenaar alle informatie verstrekken die nodig is om de factuurte kunnen opstellen.
Ingebrekestelling
Als er op de vervaldag niet betaald werd, dan is de schuldenaar meteen, en van rechtswege (d.w.z. automatisch), een rente verschuldigd, plus een forfaitaire schadevergoeding van 40 euro. De schuldeiser moet de schuldenaar hiervoor niet in gebreke stellen: de schuldeiser kan contractueel dus niet afdwingen dat de schuldenaar geen rente mag vorderen.
Sinds 1 februari
De nieuwe regels zijn van toepassing sinds 1 februari 2022. De nieuwe regelgeving geldt dus zeker voor contracten die sindsdien werden afgesloten.
Ook voor lopende contracten
Maar wat met de lopende contracten? In antwoord op een parlementaire vraag liet de bevoegde minister van Werk en Economie weten dat hij van mening is dat de wet (die van dwingend recht is) onmiddellijk van toepassing is op de lopende contracten.
De gevolgen van die redenering zijn niet min: als een lopend contract in een looptijd voorziet van meer dan 90 dagen, dan wordt dat beding onder het nieuwe recht als ongeschreven beschouwd. Dat zou betekenen dat de betalingstermijn dan terugvalt op 30 dagen en dat er na die 30 kalenderdagen rente en een forfaitaire vergoeding verschuldigd zijn.
Volgens sommige auteurs heeft de rechterwel de mogelijkheid om, in de plaats van het beding volledig te negeren, het terug te brengen naar de maximale wettelijke termijn van 60 dagen.
Het lijkt in elk geval aangewezen om voor de lopende contracten te bekijken of de nieuwe maximumtermijn niet overschreden werd. Indien dat wel het geval is; is het belangrijk om de clausule te herzien en ze in overeenstemming te brengen met de wet.