Buitenlandse zelfstandigen met beroepskaart in Vlaanderen
Niet-Europeanen die zich in Vlaanderen willen vestigen als zelfstandige, zijn sinds 1 januari 2022 onderworpen aan een nieuwe regeling inzake de beroepskaart. De oude regeling van 1965 blijft wel nog gelden in de andere gewesten.
Federale regeling
Volgens de federale regeling is er een beroepskaart nodig als:
- een persoon zich wil vestigen als zelfstandige, als natuurlijk persoon of als mandataris van een vennootschap of een vereniging (bezoldigd of onbezoldigd mandaat); en
- hij niet de Belgische nationaliteit heeft en ook geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, noch van IJsland, Liechtenstein, Noorwegen of Zwitserland.
- Er gelden hier heel wat uitzonderingen, bijvoorbeeld voor:
- personen die een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen hebben;
- familieleden van onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER);
- partners die hun echtgenoot bijstaan of vervangen bij de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit;
- buitenlandse onderdanen die zakenreizen ondernemen (van maximum 90 dagen);
- buitenlandse journalisten;
- enz.
Vlaams decreet
Het decreet over de uitoefening van zelfstandige beroepsactiviteiten door buitenlandse onderdanen werd al op 9 juli 2021 door de Vlaamse regering goedgekeurd, maar werd pas in november in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Het decreet wijzigt de toelatingsvoorwaarden waaraan zelfstandigen én hun beroepsactiviteiten moeten voldoen om een beroepskaart te kunnen krijgen vanaf 1 januari 2022. De wet die tot nog toe deze materie regelde – een wet van 1965 – bevatte in feite geen toelatingsvoorwaarden. Daardoor kwam élke zelfstandige beroepsactiviteit in aanmerking voor een beroepskaart. Daar wil de Vlaamse regering nu een einde aan maken.
De bedoeling is om via de beroepskaart meer ondernemingen aan te trekken die een innovatieve, economische, sportieve, artistieke of culturele meerwaarde kunnen bieden voor het Vlaamse gewest.
Voortaan wordt er bij de aanvraag een onderscheid gemaakt tussen:
- start-ups en scale-ups;
- klassieke ondernemingen; en
- speciale statuten, zoals sportcoaches en kunstenaars.
In eerste instantie richt het nieuwe economische migratiebeleid zich op het aantrekken van start-ups en scale-ups. Die moeten dan wel een innovatief karakter hebben. Het begrip ‘innovatie’ wordt gedefinieerd als: nieuwe technologieën die toegepast worden in bestaande producten, diensten of processen of voor het ontwikkelen van nieuwe (of verbeterde) producten, diensten of processen.
Innovatieve start-ups en scale-ups zullen standaard een beroepskaart met een geldigheidsduur van drie jaar krijgen.
Daardoor moeten ze in staat zijn om – in samenwerking met het FIT (Flanders Investment and Trade) en VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen) – vlotter het nodige risicokapitaal aan te trekken, zonder zich zorgen te moeten maken over de geldigheidsduur van hun beroepskaart.
Ook klassieke ondernemingen zijn nog steeds welkom (typevoorbeeld: de kebabzaken), maar onder de nieuwe regeling zal die klassieke onderneming wel over een startkapitaal van 18.600 euro moeten beschikken en zal de ondernemer minimaal een diploma secundair onderwijs moeten kunnen voorleggen.
De derde categorie wordt gevormd door de zogenaamde speciale statuten, zoals sportcoaches en kunstenaars. Een beroepskaart wordt daar pas afgeleverd ná advies van de diensten die bevoegd zijn voor Sport en Cultuur.
Toelatingscriteria
Bij de beoordeling van elke aanvraag (ongeacht het type onderneming) wordt er gepeild naar de gevolgde opleidingen of de verworven competenties. De regering verwacht bovendien dat wie zich hier vestigt, zichzelf ook een loon kan uitkeren. Hiervoor wordt de lat gelegd op 120 procent van het leefloon, dat momenteel op maandelijks 1524,61 euro netto ligt. Bij het beoordelen van het aanvraagdossier wordt ook bekeken of er Vlaamse jobs zullen worden gecreëerd, of er al een band met Vlaanderen is, of er zich geen veiligheidsprobleem stelt, ….
Beroepskaarten zijn niet langer voor vijf jaar geldig. Voortaan wordt een beroepskaart na drie jaar geëvalueerd, waarna er een verlenging kan worden afgeleverd.
Digitale procedure
De aanvraag van een beroepskaart verloopt voortaan digitaal; net als de toekenning en betaling ervan. Het Vlaams Departement Werk en Sociale Economie wordt de bevoegde instantie.
Het decreet op de zelfstandige beroepsactiviteiten treedt in werking op 1 januari 2022. Maar de aanvragen voor het verkrijgen, hernieuwen, wijzigen of vervangen van een beroepskaart en de beroepsprocedures die dateren van voor 1 januari 2022, worden verdergezet volgens de oude regels.